over Yes I Do

Ik ben een trouwe pendelaar. Niet dat ik dit zo een geweldige ontwikkeling in mijn leven vind. Maar toevallig ligt mijn werkplek aan een goed bereikbaar Belgisch station, zodat ik elke dag, behalve woensdag, de treindeuren voor mij zie openschuiven en me naar een vrije plek vecht.

Deze ochtend op de trein bedacht ik me tijdens het nippen van mijn cécémel dat ik niet zo'n fan ben van trouwfeesten.

Dat zou niet zo’n groot probleem zijn, moest er niet zo’n ringetje rond mijn vinger zijn beland.


voor de geïnteresseerden: 

En nu verwacht men iets van meneer pOppy en mij.

Een trouwfeest namelijk.
En wil de traditie dat dit draaiende servetten inhoudt, witte tafellakens en ingestudeerde danspasjes. Een draaiboek van A tot het opgelegde einde van het feest om drie uur ’s nachts. Maar we willen nog niet naar huis, belange niet, belange niet.


Aaaah nee, want we hebben, geef toe, uuuuren moeten wachten tot het trouwfeest effectief een feest werd. Onder het werkwoord feesten valt voor mij nu eenmaal niet het beleefd knabbelen op zes gangen middelmatige kost volgens de etiquette geserveerd.
En dit alles in het gezelschap van mensen die toevallig ook begeleid werden naar tafel acht.
Nu is het dus aan ons. In mijn hoofd ziet het er geweldig uit




Maar een datum, die durven we maar niet te kiezen.

Dus mijmer ik maar verder, met mijn cécémel op de trein, over onze niet-perfecte, kleinschalige en gezellige trouw.  En dit in het gezelschap van mensen die toevallig ook begeleid worden naar Brussel-Noord.

Wat een groot geluk dat er hier niet verwacht wordt dat je ook effectief met deze mensen praat. 

0 reacties:

Een reactie posten